Het papieren goud van de Bundesbank

De Duitse Bundesbank maakte in 2013 haar plannen bekend om in 2020 de helft van haar goudvoorraad van 3.378 ton in Frankfurt op te slaan. Dat betekende ondermeer dat er in totaal 300 ton goud terug moest komen uit de Verenigde Staten. Vorig jaar werd de volledige overdracht van edelmetaal uit de Verenigde Staten voltooid, zegt de Bundesbank.
Maar er klòpt iets niet.....


We lazen recentelijk op de site van MarketUpdate het volgende:

De centrale bank van Duitsland heeft met succes de repatriëring van goud uit New York voltooid, zo maakte de Bundesbank vandaag bekend. In 2016 haalde de centrale bank 216 ton goud terug uit het buitenland, waarvan 111 ton uit de kluizen van de Federal Reserve in New York en 105 ton uit de goudkluis van de Banque de France in Parijs. Daarmee is al het goud dat Duitsland terug wilde halen uit New York weer op eigen bodem. Uit Frankrijk moet tussen nu en 2020 nog 91 ton aan edelmetaal terugkomen.


De Duitse Bundesbank heeft op 9 februari met veel tamtam bekendgemaakt dat het de geplande goudverplaatsing van 300 ton uit New York naar Frankfurt in 2016 al heeft voltooid. Deze succesmelding van de Duitse centrale bank leidt de aandacht af van het feit, dat - tegen het Duitse belang in - er nog een zeer groot deel van de Duitse goudvoorraad blijft opgeslagen in de kluizen van de Federal Reserve in New York, bij een organisatie die in het bezit is van de banken van Wall-Street.
Het is niet moeilijk te raden waarom dat zo is.

De Bundesbank heeft zóveel goud uit New York weggehaald als men er bereid was terug te geven. De onderhandelingen met de Amerikanen zullen pittig zijn verlopen en er zullen de nodige goocheltrucs moeten zijn uitgehaald om het zover gedaan te krijgen. Om redenen die destijds totaal onbekend waren en zinloos leken, werd bekendgemaakt dat het Duitse goud bij de Fed over een periode van zeven jaar zou worden uitgeleverd. In zoverre lijkt die 7-jaars-afspraak raadselachtig omdat de centrale bank in New York kosten moet maken om het goud opgeslagen te houden. Om die reden alleen al zou de Federal Reserve meteen al het opgeëiste goud meteen moeten retourneren, omdat de kosten voor het bewaren dan wegvallen.

In 2012 rees het vermoeden bij beleggers dat er met het goud bij de Federal Reserve iets niet helemaal in de haak was, omdat het goud (van buitenlandse centrale banken) dat bij de Fed lag opgeslagen, niet alleen beschermd werd tegen criminelen maar ook tegen de oorspronkellijke bezitters. De Federal Reserve bleek namelijk niet bereid buitenlandse centrale banken zo maar al hun gedeponeerde goudvoorraden terug te laten halen. Het vermoeden bestond dat er heel wat van dat ingeleverde goud helemaal niet bij de FED aanwezig was, wat dan ook de reden van de weigering van de Amerikaanse centrale bank zou verklaren.
De informatie over hoeveel goud de buitenlandse centrale banken nu uit New York hebben kunnen terughalen, is moeilijk boven tafel te krijgen.

Maar eerst even over onze eigen goudvoorraad. In de zomer van 2013 begon de Bundesbank, na druk vanuit de publieke opinie, haar eerste transport van 5 ton te regelen. Toen dat gebeurde meldde de Nederlandsche Bank zich bij de Amerikanen, en zei dat als de Duitsers hun goudvoorraden konden terughalen, zij dat zéker ook kon doen.
Hierop begonnen de Amerikanen de uitlevering van goud aan de buitenlandse centrale banken te staken, om een formule te maken waarmee de opnames van het goud konden worden begrensd, waardoor de FED in staat was te voorkómen de ene partij (door uitlevering te weigeren) voor het hoofd te stoten, terwijl het bij anderen wel gebeurde. De formule kwam in essentie neer op: iedere centrale bank die dat wil kan de helft van zijn gedeponeerde goudvoorraad terughalen, en wij geven zoveel goud uit als daarvoor nodig is.

Toen dat gebeurd was, was ons land als eerste aan de beurt, en pas nadat de DNB in de zomer van 2014 haar 90 ton goud had weggehaald, kon de Bundesbank verder gaan en kwam in de rest van het jaar 2014 nog zo'n 85 ton naar Duitsland terug. In het jaar 2015 was er naast de Bundesbank nog een andere eigenaar, die een kleine 30 ton weghaalde. De Bundesbank kreeg 99 ton.

In 2016 was er, behalve de Bundesbank, geen enkele centrale bank die goud terughaalde van de Federal Reserve, wat verklaart waarom de Amerikanen in dat jaar toeschietelijker jegens de Bundesbank dan laatstgenoemde had verwacht. De volle 111 ton die haar was toegezegd werd uitgeleverd. Terwijl de Bundesbank ervan uitging dat pas 2020 de helft van haar goud uit New York en in Frankfurt overgeplaatst zou zijn, lijkt dat nu al dit jaar te gaan gebeuren.

Voor de goede orde: de belofte aan de Bundesbank om 300 ton Duits goud uit New York te halen, is gewoon te herleiden naar de weigering van de Amerikanen om niet méér dan 300 ton uit te willen leveren. Een tegenvaller, vinden wij, want waarom zou je als land - in dit geval Duitsland met haar 1.236 ton - goud bij een organisatie onderbrengen die in het bezit is van de grootbanken van Wall Street.
De grote bezorgdheid van de Duitse Rekenkamer over de goudopslag in New York wordt niet weggenomen door de bescheiden verhuizing van 300 ton naar Frankfurt - eigenlijk een voorstel (van de Amerikanen) die je niet serieus kunt nemen. Verontrustend is - en daarover hebben we meermaals geschreven - dat, hoewel de Bundesbank anders beweert, de Duitse centrale bank geen toegang krijgt tot haar eigen goud wat in New York is opgeslagen, en men dus niet kan controleren of het er daar allemaal wel correct aan toe gaat....

Als centrale banken voorraden fysiek goud hebben, dan bestaat het veelal uit munten en/of goudstaven. Meestal zijn het goudstaven, die waarmerken hebben van de producent, serienummers en aanduidingen van het gewicht en de puurheid van elk stuk, ingeslagen op de oppervlakte. De centrale bank moet alomvattende registers hebben waarin alle details staan, om het mogelijk te maken te controleren en te verifiëren of als dat goud er wel is, en of het bestaat. Daarom zou het ook, als goudvoorraden worden verplaatst en/of uitgeleverd, mogelijk moeten zijn alle stukken te identificeren, zodat men zeker weet dat het "eigen" goud geretourneerd wordt.

De Duitse bevolking heeft terecht grote twijfels over hun goud in de VS. Zo bleek dat bij de eerste goudverscheping de goudstaven die Duitsland van de New York Fed kreeg, er niet de goudstaven te zijn die zij de Amerikanen hadden gegeven. Door dit feit begonnen beleggers zich af te vragen wat de Amerikanen in New York precies aan het uitspoken zijn. Vervolgens blijkt dan ook nog de Duitse Bundesbank in 2013 en 2014 in totaal 55 ton goud omgesmolten te hebben, en zij vernietigde daarmee alle bewijzen voor het geval er met het teruggehaalde iets mis zou zijn geweest. De Duitse centrale bank zegt dat er getuigen bij waren, maar benoemt hen niet. De Duitse bevolking moet gewoon van haar aannemen dat alles in orde was.

Maar ook als er zaken niet in orde waren zou de Bundesbank dat onmogelijk kunnen toegeven. Het zou namelijk het vertrouwen in de New York Fed, en daarmee het op dollars gebaseerde wereldwijde financiële systeem kunnen vernietigen. De Bundesbank kijkt wel goed uit, vele malen zelfs, voordat zij deze nucleaire optie zou gebruiken, en vertelt zij liever grove leugens, gewoon omdat het niet anders kan.
van de andere kant was het heel gemakkelijk geweest te bewijzen dat alles in orde was geweest.  Het zaakje stinkt dus.

Net als de Bundesbank en de DNB hebben ook andere centrale banken in de wereld goud opgeslagen bij de New York Federal Reserve. Voor de Amerikanen is het dus gemakkelijk goud aan andere banken over te dragen zonder dat het goud de kluisruimten verlaat. En net als Zürich, waar Oostenrijk een deel van haar goudvoorraad heeft opgeslagen, is ook New York een belangrijke plaats voor de goudhandel. Omdat Zwitserland een klein, neutraal land is en - in tegenstelling tot de VS - weinig macht heeft en al helemaal geen belang heeft bij het achterhouden van goud van andere centrale banken, zou je denken dat centrale banken juist dáár een deel van hun goudvoorraad onderbrengen. En toch vertikt de Duitse Bundesbank dat te doen.

Belangrijk echter: goud is geld, waarvan de uitstekende eigenschap is dat het op fysiek bezit is gebaseerd, en niet op het vertrouwen in de welwillende medewerking van anderen om de verplichtingen na te komen. Van de andere kant heeft men slechts een papiertje waarop staat dat men het goud kan krijgen wanneer men wil. De Verenigde Staten hebben teveel macht, en je moet dan maar afwachten of zij hun beloften wel nakomen. De Amerikanen hebben de rest van de wereld al eerder, in 1971, onteigend, waarbij zij hun belofte niet gestand deden om de dollars die zij gegeven hadden in ruil voor onze goederen en diensten, altijd - op verzoek - weer om te wisselen in goud. Het land heeft dus al eens eerder geweigerd het buitenlandse goud uit te leveren.
Toch zijn de westerse landen vrienden gebleven - omdat het niet anders kon.

De Duitse Rekenkamer heeft het als onwettig verklaard dat de Bundesbank nog nooit bij de New York Federal Reserve heeft geïnventariseerd of het door haar gedeponeerde goud er wel ligt. De reden daarvoor, aldus de Rekenkamer, is dat de Duitsers de kluisruimten er niet mogen betreden. De raad van bestuur van de Bundesbank had het Duitse parlement en de burgers in het land toegezegd dat het op korte termijn van de Amerikanen toestemming zou krijgen haar voorraden er te controleren, maar daarover wordt door de centrale bank van het land niets meer gezegd.

De Rekenkamer had ook geklaagd dat de New York Fed geen aansprakelijkheid aanvaardt voor het goud dat bij hen is gedeponeerd. Mocht op enig moment blijken dat de veronderstelde voorraad geheel of gedeeltelijk ontbreekt dan hebben de Duitsers pech gehad. Niettemin hult de Rekenkamer zich in stilzwijgen - een indicatie dat er met New York onderhandeld wordt (of dat er iets speelt dat men niet in de openbaarheid wil brengen).

We willen nog even wat kritische noten kraken. De eerste keer in de laatste tijd dat de Duitse Bundesbank nieuws over haar goudvoorraad in New York naar buiten bracht, was rond de Kerst vorig jaar, waarmee de bank (zoals zij vaker doet) kritische vragen en discussies over dit onderwerp (het repatriëren van de Duitse goudvoorraad) uit de weg ging.
Het volume werd in eerste instantie bepaald op "ongeveer 200 ton" waardoor het totaal gerepatrieerde goud uitkwam op 1.580 ton of 47% van de Duitse goudreserves. Maar er was nog belangrijker nieuws over dat Duitse goud, iets waar de media en beleggers over heen gekeken hebben.
Dat belangrijke nieuws werd op 21 december vorig jaar door het Duitse nieuwsagentschap DPA-AFX bekendgemaakt, en de tekst is waarschijnlijk door de Duitse Bundesbank zelf aan DPA-AFX verstrekt. Het agentschap kwam met een Duitstalige nieuwsbrief dat zonder enig commentaar van de Duitse kranten en nieuwsbladen werd gepubliceerd, zonder dat iemand de politieke, historische en economische gevoeligheid was opgevallen.
We lezen namelijk: "... in den 1950er und 1960er Jahren wuchs der deutsche Goldschatz rasant. Denn. ... Bundesrepublik [hatte] dank des Exports viele Dollar, die bei der US-Zentralbank gegen Goldforderungen eingetauscht werden konnten."
Ofwel: "De Duitse goudvoorraad groeide sterk in de jaren 50 en 60 (van de vorige eeuw). Dankzij het exportoverschot kreeg Duitsland veel dollars die bij de Amerikaanse centrale bank tegen goud claims omgewisseld konden worden."

Ziet u het? In de nieuwsbrief valt de term "goud claims" en niet "fysieke goudstaven" wat erop wijst dat zowel de Bundesbank als de Amerikaanse Federal Reserve een andere omschrijving geven aan de Duitse goudvoorraden die in New York zouden zijn opgeslagen. De term “goud claims” betekent heel wat anders dan “goudreserves.” Goud claims refereren aan een contractuele verplichting in plaats van fysieke leveranties.

Het blijkt dat de officiële tekst van DPA-AFX van 21 december door minstens 20 belangrijke nieuwsmedia ongewijigd is overgenomen, bijvoorbeeld in Der Spiegel:


We hebben dan wel geen bewijs dat van de Bundesbank deze zinsconstructie afkomstig is (DPA-AFX zal het bewijs hebben) maar het zou uitermate ongebruikelijk zijn als het nieuwsagentschap op eigen houtje het zo heeft neergeschreven.

Het is dus redelijk te veronderstellen dat wat we in het verleden altijd al gedacht hebben, namelijk dat het goud van de Duitse centrale bank dat sinds de zestiger jaren in het buitenland, en dan met name bij de New York Fed zou zijn opgeslagen, nooit in fysieke vorm heeft bestaan. Het zogenaamde Duitse goud in het buitenland moet dan gewoon gebaseerd zijn (geweest) op boekhoudkundige mutaties.
Dat zal de Bundesbank natuurlijk nooit toegeven. In dat geval zou namelijk haar verhaal dat zij de goudstaven die zij teruggekregen heeft van de New York Fed (en heeft omgesmolten), en wat daar meer dan 50 jaar opgeslagen is geweest,  een sprookje blijken te zijn.

Al jaren probeert de Duitse edelmetalenvereniging "Repatrieer ons goud" middels een publieke campagne de originele fysieke Duitse goudstaven die zouden zijn opgeslagen in kluizen in New York, London, en Parijs met eigen ogen te kunnen zien. Maar noch de Bundesbank noch de New York Fed hebben ooit enig bewijs laten zien - door middel van foto's, nummers op goudstaven, video's van het omsmelten van de goudstaven, enz. Het enige dat ooit als informatie naar buiten gekomen is, zijn vage verklaringen met incomplete staafnummers, waardeloze goudstavenlijsten en onvolledige "interne audit" rapporten.
Als de Duitse goudstaven die in haar buitenland zijn opgeslagen, in werkelijkheid alleen maar papieren goudclaims en boekhoudmutaties zijn, dan blijken de puzzelstukjes op haar plaats te vallen en klopt het totaalplaatje. En pas nu, na jaren van aanhoudende publieke druk, blijkt een deel van het goud ineens fysiek geworden te zijn bij het transport over de Atlantische Oceaan, en lijkt het erop dat de Federal Reserve het goud "naar Europa overmaakt", waar de Bundesbank er nieuwe goudstaven voor kan kopen. En nu hoeven de Bundesbank en de Federal Reserve niet 120.000 Duitse goudstaven van de vijftiger en zestiger jaren meer te tonen, een hoeveelheid die hoogstwaarschijnlijk nooit heeft bestaan.
Persbureau DPA-AFX en de Bundesbank blijken dus de Bretton Woods "gold book entry" wereld van de zestiger jaren te hebben omarmd.
Ook hebben we inzicht verkregen in de obscure verborgen wereld van de kluizen van de centrale banken, zowel in de jaren 50-60 van de vorige eens als vandaag de dag. Jammer genoeg blijft het misleidende nieuws over goud in Duitsland gewoon doorgaan.

Terwijl directeur Carl-Ludwig Thiele van de Bundesbank op 24 december jl. aankondigde dat zijn bank nog eens 200 ton goud "gerepatrieerd" heeft uit New York en Parijs lijkt er nog steeds een gebrek aan transparantie te zijn over de kluizen van de Bundesbank zèlf in Frankfurt. Van de daar aanwezige goudstaven zijn ook nooit lijsten openbaar gemaakt -- een "inventaris nummer lijst" die wèl getoond is, is waardeloos - en er zijn nooit foto's of video's van de er aanwezige 125.000 goudstaven getoond, er is nog nooit een door externe auditors  getekende verklaring getoond van een controle van de fysieke goudvoorraad in de kluizen van de centrale bank in Frankfurt.

Onze conclusie is dat de "Repatrieer ons goud" campagne genoegen neemt met wat verklaringen over de voortgang bij het fysieke-goud front, en dat vinden we vreemd gezien het "bewijs" dat de Bundesbank laat zien (geen, dus) ter ondersteuning van haar verklaring dat er veel goudstaven zijn teruggebracht naar Frankfurt. Afgaande op nieuws van DPA-AFX (namelijk dat het Duitse goud bij de New York Fed eigenlijk alleen maar papieren goud is) hadden wij verwacht dat de campagne zou aandringen op het terughalen van al het fysieke goud uit New York.

Wij zijn van mening dat de goudvoorraad van een land in het eigen land zou behoren te zijn ondergebracht, vooral met de rampenvaluta euro en zeker nu de Europese Centrale Bank al langere tijd voor vele tientallen miljarden aan illegale aandelen- en obligatieaankopen uitvoert, wat wijst op het naderen van een natuurlijk einde van haar onnatuurlijke bestaande supranationale valuta.

Voor de Verenigde Staten is het van groot belang, zoveel mogelijk controle te houden over zoveel mogelijk goud van wereldwijde centrale banken. Een door goud gesteunde valuta zou een grote bedreiging vormen voor de leidinggevende rol van de dollar in het wereldwijde financiële systeem. Daarom heeft het Internationaal Monetair Fonds haar leden in 1978, in opdracht van de VS, uitdrukkelijk verboden hun valuta's met goud te "dekken". Nou kun je als land gemakkelijk onder die verplichting uit komen omdat het IMF geen leger heeft en zaken niet kan afdwingen. Trekt een land zich er niets van aan dan wordt er een internationale verbintenis gebroken, en dat geeft de Amerikanen dan weer mooi een reden om de uitgifte van goud te weigeren, goud dat voor de "dekking" van de valuta nodig zou zijn.  Dáár gaat het om, niet om de marktwaarde van het goud New York, wat in geval van een verlies best wel draagbaar zou zijn.
En dat Duitse goud..... daarvan lijkt het erop dat we dat naar het rijk der fabelen kunnen verwijzen.

Afdrukken Doorsturen