Daniel Ellsberg. Edward Snowden. Zij en anderen zijn in de openbaarheid gekomen als klokkenluider. Sommigen van hen werkten bij de rijksoverheid, anderen in de private sector. Ze hebben allemaal één ding gemeen: in de organisaties waarvoor ze werkten, zagen ze dingen waarvan ze wisten dat ze moreel en juridisch verkeerd waren. Elk nam een levensveranderende beslissing om er iets aan te doen.
In zijn nieuwe boek 'Crisis of Conscience: Whistleblowing in an Age of Fraud' neemt journalist Tom Mueller ons mee in de wereld van de klokkenluiders.
Van onze contactperoon in de VS kregen we een exemplaar van het nieuwe
boek van Tom Mueller,
Crisis of Conscience: Whistleblowing in an Age
of Fraud, toegestuurd. Het is verschenen bij Riverhead Books en het is
het resultaat van zeven jaar onderzoek en inspirerende persoonlijke
interviews.
Ondanks de in eerste instantie intimiderende omvang van 600 pagina's
is het mooi boek, omdat het duidelijk laat zien hoe een land als de
Verenigde Staten, gegrondvest op het uitgangspunt van "gelijke
rechtvaardigheid volgens de wet", zo ongeveer wat het Amerikaanse
Hooggerechtshof verkondigt, is een 'bananenrepubliek' is geworden van
vooral klokkenluidersdossiers vol met gekreukte documenten of geheime
bandopnamen die allemaal staan tussen het reanimeren van het instituut
"democratie" en een volledige ineenstorting richting een oligarchie.
Mueller onderzoekt "de aard van de klokkenluidersregeling" en
profileert insiders die fraude hebben blootgelegd in de openbare en
particuliere instellingen van Amerika in dit lijvige boek. Zijn
onderwerpen zijn onder andere Franz Gayl, een civiel militair adviseur
en voormalig marinier die in 2008 in de openbaarheid kwam met
beweringen dat het ministerie van Defensie frontliniesoldaten
verhinderde levensreddende apparatuur te ontvangen.
Elin Baklid-Kunz, administratrice van een ziekenhuis in Florida,
diende een klokkenluiderszaak in met het argument dat haar bazen
Medicare te veel hadden betaald en illegaal smeergeld aan artsen
hadden betaald, van wie sommigen onnodige procedures uitvoerden. De
waarschuwingen van Citigroup-verzekeraar Richard Bowen dat 80% van de
hypotheken die de bank in 2007 kocht "defect" waren, werden niet in
ter harte genomen tot de financiële crash van 2008.
We kunnen ons nog de zaak herinneren van Patrick Eddington, een
voormalig CIA-medewerker die onthulde dat die organisatie en het leger
verzwegen/verdoezelden dat Amerikaanse soldaten tijdens de Irak-oorlog
waren blootgesteld aan gif.
Mueller laat stap voor stap zien dat de Verenigde Staten een dystopische
samenleving zijn geworden waar bijna elke overheidsentiteit waar een
burger zich meestal toe wendt indien handelswijzen zijn gecorrumpeerd
door hebzucht, "pay to play", draaideuren, politieke steekpenningen of
zelfverrijking. Het toeval wil dat het boek in de schappen ligt op een
moment dat de hoogste gekozen ambtenaar (president Donald Trump) en de
hoogste wetshandhavingsfunctionaris (procureur-generaal William Barr)
onderwerp zijn van een serieus onderzoek van het Huis van Afgevaardigden
op basis van documenten die door een klokkenluider zijn verstrekt. Maar
wij vinden deze "klokkenluider" niet ècht een klokkenluider, maar iemand
die anoniem informatie uit de derde hand heeft gelekt.
Meestal loopt het met moedige klokkenluiders slecht af, zoals ook in ons
land regelmatig blijkt. In dit boek worden zij die ontberingen hebben
meegemaakt en grote persoonlijke offers hebben gebracht om verraderlijke
corruptie aan het licht te brengen, voor het voetlicht gehaald, zelfs
klokkenluiders binnen de leiding van de "hoofdagent" van Wall Street, de
Securities and Exchange Commission. Die omvatten SEC-advocaten Gary
Aguirre, Darcy Flynn en James Kidney. De klokkenluidersrol van Dick
Bowen bij Citigroup wordt ook inzichtelijk behandeld.
Maar dit is geen boek over de verraderlijke, seriële, criminele
ondernemingen op Wall Street, waarvan het ministerie van Justitie alleen
het laaghangende fruit vervolgt en de top-bankdirecteuren ongedeerd laat.
Dit boek laat zien dat fraude, door Amerikaanse rechters die een hoger
beroep afhandelen tot de boardrooms van de grootste bedrijven, zelfs tot
het kantoor van de Amerikaanse procureur-generaal, nu wordt
gerationaliseerd als simpelweg een onderdeel van het winstzoekende
bedrijfsmodel.
Om een goed inzicht te krijgen van de kracht van het boek van Mueller is
het ons inziens verstandig eerst de epiloog te lezen. We vonden vooral
het volgende tekstdeel interessant:
When Americans encounter such behavior in
foreign lands, most call it corruption. When they see fabulously wealthy
foreigners assuming state powers to enrich themselves and their inner
circle, placing their offspring in positions of unwarranted authority,
they brand these people oligarchs or dictators, and their children
princelings. Yet in Trump’s America – in our America over the last
quarter century – this same behavior has routinely been justified with
pragmatic talk of free markets, deregulation, costs and benefits, and of
running government like a business. We’ve dubbed our homegrown oligarchs
billionaires, and now name buildings and libraries after them, let them
secrete their wealth in offshore tax havens, allow them to pay
politicians unlimited funds to buy access and push through the fiscal
‘reforms’ and government downsizing they cherish, to buy sports teams
for which they build new stadiums with taxpayer money, complete with sky
boxes from which they can look down upon the taxpaying multitudes. And
many of us revere these homegrown oligarchs as paragons of the American
Dream.
Door ons ongeveer als volgt vertaald:
Als Amerikanen dergelijk gedrag in andere landen tegenkomen, noemen de
meesten het corruptie. Wanneer ze fabelachtig rijke buitenlanders zien
die staatsbevoegdheden gebruiken om zichzelf en hun binnenste kring te
verrijken, hun kinderen in posities van ongerechtvaardigde autoriteit
plaatsen, geven ze deze mensen het etiket van oligarchen of dictators,
en hun kinderen prinsjes. Maar in Trump's Amerika - in ons Amerika in de
afgelopen kwart eeuw - is ditzelfde gedrag routinematig gerechtvaardigd
door pragmatisch gepraat over vrije markten, deregulering, kosten en
baten, en over het leiden van de overheid als een bedrijf. We hebben
onze inlandse oligarchen miljardairs genoemd, en vernoemen nu gebouwen
en bibliotheken naar hen, laten ze hun rijkdom verbergen in offshore
belastingparadijzen, laten ze politici onbeperkt geld betalen om toegang
te kopen en fiscale 'hervormingen' door te drukken en de overheid die ze
inkrimpt koesteren, om sportteams te kopen waarvoor ze nieuwe stadions
bouwen met belastinggeld, compleet met skyboxen van waaruit ze kunnen
neerkijken op de belastingbetalende mensenmassa. En velen van ons
vereren deze inlandse oligarchen als toonbeelden van de American Dream.
Het is verfrissend te zien dat Mueller eerlijk is over het onbetwistbare
feit dat dit ongekende niveau van corruptie is gehandhaafd onder zowel
de Democratische als de Republikeinse overheden. Elders in de epiloog
schrijft Mueller:
Bill Clinton, the beneficiary of a booming
economy, traded the historic Democratic voter base, the working middle
classes, for the Wall Street financial class. George W. Bush seized on
the nation’s disorientation and moral numbness after 9/11 to bypass the
traditional channels and conventions of government, embracing illegal
wars, torture, assassination, kidnapping and domestic spying as tools of
state, and allowing contractors to construct a parasitic shadow
government whose unprecedented war profiteering and gross corruption it
became unpatriotic, even treasonous, to challenge.
Bill Clinton, de begunstigde van een bloeiende economie, verruilde de
historische Democratische kiezers (achterban), de werkende middenklasse,
voor de financiële klasse van Wall Street. George W. Bush greep de
desoriëntatie en morele gevoelloosheid van de natie na 9/11 aan om de
traditionele kanalen en conventies van de overheid te omzeilen, illegale
oorlogen, marteling, moord, ontvoering en binnenlandse spionage te
omarmen als staatsinstrumenten, en personen toe te laten, en hen uit te
dagen om een parasitaire schaduwregeringconstructie te bouwen waardoor
het met ongekende winsten van oorlogen en grove corruptie het
niet-patriottisch, zelfs verraderlijk, werd.
En dan hebben we ook nog Barack Obama, wiens mainstream media zelden
geneigd zijn om kritische vragen te stellen. Mueller niet. Hij merkt dit
terecht op:
The control of wealth over politics has grown
increasingly naked and unapologetic. Even self-described liberal
politicians no longer trouble to disguise their ties of cash, friendship
and common worldview with the barons of finance. Barack Obama
matter-of-factly took his largest campaign contributions from Wall
Street, and chose Wall Street bankers and lawyers to re-regulate the
industry after 2008, with the predictable result that nothing changed.
Now, in retirement, he accepts $400,000 speaking fees from Wall Street
banks and kite surfs with billionaires, bounties that smack of payment
for services rendered.
De controle over rijkdom boven politiek is steeds opener en
onbeschaamder geworden. Zelfs zichzelf als liberaal omschreven politici
doen niet langer moeite om hun banden van contant geld, vriendschap en
gemeenschappelijk wereldbeeld met de financiële elite te verbergen.
Barack Obama nam feitelijk zijn grootste campagnebijdragen van Wall
Street in ontvangst en koos voor Wall Street bankiers en advocaten om de
industrie na 2008 opnieuw te reguleren, met het voorspelbare resultaat
dat er niets veranderde. Nu, nu hij met pensioen is, accepteert hij $
400.000 voor één toespraak van Wall Street-banken en gaat hij kitesurfen
met miljardairs - het zijn de beloningen die veel weg hebben van
betalingen voor verleende diensten.
De minister van Justitie van Barack Obama gebruikte agressief de
Spionagewet om overheidsfunctionarissen te vervolgen die
geclassificeerde informatie met journalisten deelden, in sommige
gevallen noemde hij de journalisten zelf als mede-samenzweerders. De
Obama-administratie beschuldigde acht dergelijke personen - meer dan
elke andere president - volgens de wet, inclusief voormalig Amerikaane
soldaat Chelsea Manning, die massa's documenten lekte naar WikiLeaks,
voormalige CIA-medewerker Jeffrey Sterling, die ervan werd beschuldigd
dat hij documenten lekte naar een journalist en voormalige CIA-analist
John Kiriakou, die de pers informeerde over martelingen.
In zijn boek merkt Mueller op dat het bedrijven wettelijk verboden was
om hun eigen aandelen te kopen totdat de voorzitter van de Securities
and Exchange Commission, een voormalige effectenmakelaar genaamd John
Shad, tijdens het bewind van Ronald Reagan een wijziging in die
regelgeving regelde. Shad was de eerste Wall Street-directeur ooit die
als SEC-voorzitter diende. Sinds zijn regelwijziging schrijft Mueller: 'beursgenoteerde
bedrijven. . . hebben vele duizenden miljarden dollars uitgegeven aan
het terugkopen van eigen aandelen.” En sinds de
belastingvermindering van Trump bedragen de terugbetalingen meer dan $
1.000 miljard. Voorstanders van de belastingverlaging zeiden dat het zou
leiden tot een dramatische toename van bedrijfsinvesteringen in nieuwe
fabrieken, apparatuur en aannemen van personeel, maar dit is niet
gebeurd. Terwijl de ongelijkheid is blijven toenemen.
Zoals Amerikanen in 2008 hardhandig hand getuige waren van de grootste
financiële ineenstorting sinds de Grote Depressie van de jaren 1930,
levert dit niveau van ongebreidelde en door de overheid gesanctioneerde/bestuurde
corruptie apocalyptische economische resultaten op.
De Amerikaanse centrale bank, de Federal Reserve, is óók in handen van
de oligarchen (beter bekend als miljardairs) gevallen, zoals blijkt uit
de $100 miljard per dag die de FED naar onbekende banken sluist zonder
dat er vragen worden gesteld door het CONgres.
Het boek van Mueller is een aanrader, net als overigens dat Nomi Prins:
"Collusion:
How Central Bankers Rigged the World".
Kennis is macht en als elke andere rechtsgang een wegversperring te
wachten staat is het verstandig goed beslagen ten ijs te komen.
Macht zal volgen.
Sinds het begin van klokkenluiden in Amerika (en zeker ook in ons land)
is het klokkenluiders van grote concerns en de overheid niet goed
vergaan, vooral niet zij die in dienst waren van inlichtingedniensten.
Ze worden meestal van pek en veren voorzien door de mainstream media,
vaak gerechtelijk vervolgd en bijna onvermijdelijk ontslagen - en tot
bijna aan het graf in een kwaad daglicht gezet.
Klokkenluider
Ad Bos - oud-klasgenoot
van Pim Fortuyn - was actief als bouwondernemer en vond in 1998 een
schaduwboekhouding die aantoonde dat in de bouwwereld verboden
prijsafspraken werden gemaakt. Dit zou uiteindelijk een belangrijk
onderdeel vormen van de parlementaire enquête naar bouwfraude (2002).
Bos werd daarna zelf (onterecht) aangeklaagd wegen omkoping en het
plegen van meineed. In 2009 kreeg Bos schadevergoeding van de overheid
nadat hij jaren financieel had geleden onder tegenwerking van allerlei
instanties.
Paul van Buitenen
was in de jaren negentig werkzaam als
ambtenaar bij de Europese Commissie. Hij verzamelde met collega’s
allerlei gegevens waaruit bleek dat er belangenverstrengelingen waren
bij het toekennen van bepaalde budgetten. Van Buitenen gaf zijn
bevindingen door aan de fraudedienst van de Europese Commissie die het
belang ervan steeds probeerde te minimaliseren. Uiteindelijk gaf hij het
rapport door aan de Groenen-fractie van het Europees Parlement. Van
Buitenen werd geschorst maar nadat de pers hier lucht van kreeg groeide
de zaak uit tot een schandaal waardoor de complete Europese Commissie
moest aftreden. In 2004 zou Van Buitenen op verrassende wijze tot
Europees parlementariër worden gekozen.
Fred Spijkers kreeg als
maatschappelijk werker van de krijgsmacht in 1984 een dienstopdracht om
een weduwe te vertellen dat haar man was omgekomen door zijn eigen
schuld. Spijkers wist dat het anders lag; Defensie had ondeugdelijke
landmijnen gebruikt. Hij voorkwam dat de zaak in de doofpot kwam en
vertelde de waarheid. Maar het Ministerie van Defensie was niet blij met
zijn onthulling en werkt Spijkers sindsdien tegen. Spijkers werd als
politiek crimineel bestempeld en
schizofreen verklaard.
Roelie Post luidde de
noodklok over maffiose kinderhandel en werd vervolgens jarenlang
dwarsgezeten door de Brusselse bureaucratie. Zo erg, dat ze met schulden
opgezadeld ergens ondergedoken zat. Na een hoop politieke druk leek er
een compromis in de maak: de Europese Commissie zou stoppen met
dwangebevelen om "schuld" wegens "unjustified absences" terug te eisen.
Post zou voor het afgelopen jaar vervroegd pensioen uitgekeerd krijgen,
en haar schuld over een langere periode aan de Commissie terugbetalen.De
Europese Commissie van Frans Timmermans is echter weer teruggekomen op
haar eigen belofte en stuurde later een bericht waarin stond dat Post
haar vervroegd pensioen op één maand na is opgegaan aan het betalen van
haar schuld aan de Commissie.
Als geschiedenis een
indicatie is, kan (en zal) de hedendaagse klokkenluider uiteindelijk
spijt krijgen dat hij met zijn informatie over misstanden in de
openbaarheid is gekomen.
De overheid stelt alles in het werk om
klokkenluiders aan te pakken - en zó te voorkómen dat anderen óók
misstanden aan de kaak stellen. Een cultuuromslag is dringend
noodzakelijk.
Wij persoonlijk zijn ervan overtuigd dat klokkenluiders volop
bescherming moeten krijgen voor het feit dat zij hun nek uitsteken om
misstanden onder de aandacht van het publiek te brengen. Het zijn de kanaries
in een kolenmijn, onontbeerlijk voor de gezondheid van onze
degenererende democratie. Hoe extremer de corruptie in de publieke en
private sfeer, des te meer klokkenluiders zouden naar voren moeten komen
- omdat wij burgers, hoe wijdverbreid corruptie ook is, allemaal een
vorm van individueel geweten hebben, een gevoel van wat acceptabel is en
wat niet acceptabel is voor menselijk gedrag.