Sinds 17 september van dit jaar heeft de New York Fed meer dan $ 3 biljoen gepompt in doorlopende leningen aan handelshuizen op Wall Street. Iedereen tast in het duister welke instellingen het geld krijgen en waaròm ze het krijgen. De vraag die gesteld kan worden is of wat de Fed aan het uitspoken is, wel legaal is.
Het Amerikaanse House Financial Services Committee heeft haar
memorandum vrijgegeven waarin de onderwerpen worden uiteengezet die
morgen tijdens de hoorzitting zullen worden besproken met
toezichthouders van de federale bank, waaronder Randal Quarles, vice-voorzitter
van het toezicht bij de Federal Reserve. Merkbaar afwezig op de lijst
met onderwerpen is de wetgevende autoriteit van de Federal Reserve die
haar de wettelijke macht geeft om elke week honderden miljarden
dollars weg te pompen in doorlopende leningen aan de handelshuizen van
Wall Street.
Sinds 17 september heeft de Federal Reserve zijn New York Fed-filiaal
toegestaan om ongeveer $ 3 biljoen naar onbenoemde handelshuizen op
Wall Street door te sluizen, veel daarvan tegen rentevoeten van minder
dan 2%, terwijl de kolossale banken die die handelshuizen bezitten de
doorsnee Amerikanen op hun creditcards 17% rente in rekening brengen.
Sinds de Fed op 17 september zijn geldsluizen naar Wall Street heeft
opengegooid, is er geen enkele hoorzitting bij het Congres geweest om
te onderzoeken wat de Federal Reserve, de centrale bank van de
Verenigde Staten, de wettelijke bevoegdheid geeft om goedkope leningen
te verstrekken aan de handelshuizen op Wall Street. Het zijn dan ook
nog dezelfde Wall Street-handelshuizen die zichzelf in 2008 hebben
opgeblazen met derivaten en de Amerikaanse economie hebben neergehaald
in de grootste financiële ineenstorting sinds de Grote Depressie.
Waarom zou de Federal Reserve meer van dat soort activiteiten
aanmoedigen door goedkoop geld te verstrekken?
De meeste van deze handelshuizen zijn onderdelen van de mega-banken op
Wall Street die openbaar aandelen hebben verhandeld. Als een
beursgenoteerd bedrijf nergens anders dan bij de goedkope geldbron van
de Federal Reserve leningen kan krijgen, moet het dat publiekelijk
bekendmaken aan zijn aandeelhouders en potentiële kopers van zijn
aandelen.
Dat is een materieel feit dat wettelijk moet worden bekendgemaakt. Het
juridische argument zou kunnen zijn dat de Federal Reserve het
investerende publiek misleidt en bedriegt door de handelshuizen die
deze massale leningen ontvangen niet te noemen. De leningen zijn
begonnen als overnacht-leningen, maar zijn inmiddels veranderd in
leningen met een looptijd van 15 of 42 dagen, wat er sterk op wijst
dat één of meer van deze bedrijven elders geen
langetermijnfinanciering kunnen krijgen.
De Verenigde Staten hebben in het verleden altijd opgeschept over hun
vrije en transparante markten. Maar wat de Fed vandaag de dag
doet, is een mistgordijn optrekken rond de financiering van deze
zogenaamde vrije en transparante markt. Het publiek heeft geen idee
welke Wall Street-bedrijven deze $ 3 biljoen hebben ontvangen of
waarom ze het nergens anders kunnen lenen.
Dit soort verwarring door de Federal Reserve zou het wantrouwen in het
Amerikaanse banksysteem kunnen stimuleren. De Fed gaf dat ook toe in
haar meest recente notulen van het Federal Open Market Committee (FOMC)
en schreef dat deelname aan het leningprogramma van de Fed "gestigmatiseerd
kon worden".
En dan is er ook nog de vraag of de Federal Reserve haar wettelijke
verplichting volgt om het House Financial Services Committee en het
Senate Banking Committee te adviseren over deze noodleningen. De Fed
heeft geprobeerd de leningen te "verkopen" als onderdeel van zijn
routinematige open-markttransacties, die niet onder toezicht van het
Congres vallen. Maar open-markttransacties duren niet twee en een
halve maand (met het plan om ze tot volgend jaar uit te breiden)
terwijl ze $ 3 biljoen pompen naar niet met name genoemde Wall Street-handelshuizen.
Het feit dat de Fed het bedrag van de leningen blijft verhogen en de
lengte van de leningen verlengt, betekent dat het een soort
noodsituatie ziet.
Volgens artikel 1101 van de Dodd-Frank-wetgeving voor financiële
hervormingen van 2010 moeten zowel het House Financial Services
Committee als het Senate Banking Committe worden geïnformeerd over
eventuele noodleningen door de Fed, inclusief de namen van de banken
die de leningen aangaan. De paragraaf luidt:
De (Federal Reserve) Board verstrekt aan het Committee on Banking,
Housing, and Urban Affairs van de Senaat en het Committee on Financial
Services van het Huis van Afgevaardigden, (i) uiterlijk 7 dagen nadat
de Board een lening of andere machtiging heeft verleend voor
financiële bijstand uit hoofde van deze paragraaf, een rapport met
(I)
de rechtvaardiging voor de uitoefening van de bevoegdheid om
dergelijke bijstand te verlenen;
(II) de identiteit van de ontvangers
van dergelijke bijstand;
(III) de datum en het bedrag van de bijstand
en de vorm waarin de bijstand werd verleend; en
(IV) de materiële
voorwaarden van de bijstand, inclusief -
(aa) duur;
(bb) verpand
onderpand en de waarde daarvan;
(cc) alle rente, vergoedingen en
andere inkomsten of waardevolle items die moeten worden ontvangen in
ruil voor de bijstand;
(ddd) alle eisen die aan de ontvanger
worden gesteld met betrekking tot personeelsvergoeding, uitkering van
dividenden of enige andere zakelijke beslissing in ruil voor de
bijstand; en
(ee) de verwachte kosten voor de belastingbetalers van
dergelijke bijstand ...
Senator Elizabeth Warren zit in het Senate Banking Committee en vanaf
18 oktober hadeeft ze geen informatie gekregen over de situatie van de
Fed. We weten dat omdat ze op die datum een brief aan de Amerikaanse
minister van Financiën Steve Mnuchin stuurde waarin ze vroeg waarom de
Fed deze leningen moest verstrekken en waarom ze tot volgend jaar
werden verlengd. Als minister van Financiën is Mnuchin ook voorzitter
van de Financial Stability Oversight Council (F-SOC), wiens taak het
is te anticiperen op systeemtechnische financiële crises zoals de
financiële ineenstorting van 2008 op Wall Street.
Vreemd genoeg heeft het publiek - na ruim anderhalve maand nà
inzending van die brief - nog helemaal niets gehoord over een reactie,
of gebrek aan reactie, op die brief, wat het ergste doet vermoeden.
Afdrukken Doorsturen