In Argentinië vond een onderzoeker een oude lijst met de namen van 12.000 nazi-aanhangers. De lijst werd gevonden in een oude opslagruimte op het voormalige nazi-hoofdkwartier in Buenos Aires, nadat het document de verbranding van documenten door de pro-nazistische leiders van Argentinië in de jaren veertig van de vorige eeuw had overleefd. Veel nazi-volgers op de lijst hadden bezittingen in Zwitserland, bij de bank Credit Suisse - die niet van hen waren.
De nieuwe CEO van Credit Suise,Thomas Gottstein, die slechts vier
weken in functie is, is al bezig met het afwenden van een nieuwe
imagoschade van de op één na grootste Zwitserse bank. De reden
hiervoor ligt vele duizenden kilometers van Zwitserland verwijderd: in
Buenos Aires.
De kwestie van het overmaken van nazi-geld uit Zuid-Amerika is het
onderwerp van talloze inspanningen van het SWC om het teruglopende
aantal overlevenden van de Holocaust schadeloos te stellen. Een lopend
onderzoek door het centrum richt zich op de overdracht van goud uit
Venezuela, mogelijk afkomstig van "Zahngold", gouden blokken gemaakt
van gouden tanden, die door nazi's waren getrokken uit Joodse lijken
in concentratiekampen, voorafgaand aan de crematie van de doden.
Daar ontdekte een onderzoeker een lijst waarvan werd aangenomen dat
die verdwenen was, en waarop ondermeer 12.000 namen staan van
Argentijnse nazi's of lokale mensen die op zijn minst nauw verbonden
waren met het Hitler-regime. Ze zouden in de jaren dertig en veertig
van de vorige eeuw verborgenin het geheim geld hebben gezet op de
rekeningen van de Zwitserse kredietinstelling.
De lijst, die onderzoeker Filipuzzi gaf aan het Simon Wiesenthal
Centrum, en dan met name aan de directeur internationale betrekkingen
Ddr. Shimon Samuels en Latijns-Amerika-directeur Ddr. Ariel Gelblung.
De lijst werd gevonden in een oude opslagruimte in het voormalige
Nazi-hoofdkantoor in Buenos Aires. Het Simon Wiesenthal Ctrum (SWC),
dat al tientallen jaren nazi-criminelen opspoort, gaat ervan uit dat
het geld in Europa van joden is gestolen en vervolgens via
familieleden of gelijkgestemde mensen in Argentinië is overgebracht
naar Zwitserland. Op deze manier werd het gestolen geld witgewassen.
"Van ongeveer 1997 tot 1999 heeft een onafhankelijke commissie onder
leiding van Paul A. Volcker een onderzoek uitgevoerd naar Credit
Suisse (rapport
hier - PDF) en ongeveer 60 andere Zwitserse banken,
op zoek naar rekeningen die mogelijk of waarschijnlijk eigendom zijn
van slachtoffers van de nazi-vervolging," schreef Credit Suisse in een
verklaring aan de Israëlische krant The Jerusalem Post. "De commissie
concludeerde dat haar onderzoek "ongekend was ... (en) intensieve en
langdurige inspanningen door een groot aantal forensische accountants
(en) .. heeft gezorgd voor een volledige en complete boekhouding van
de status van de rekeningen in Zwitserland van slachtoffers van
nazi-vervolging, zoals nu redelijkerwijs mogelijk is. Niettemin zullen
we deze kwestie opnieuw onderzoeken."
In 1935 begon de Duitse nazi-regering joodse eigendommen in beslag te
nemen nadat ze haar antisemitische wetten had vastgesteld. De
plunderingen gingen door tot ver in de Holocaust in de jaren veertig.
Volgens het SWC werd veel van het geld overgemaakt naar geheime
Zwitserse bankrekeningen, waaronder die bij de voormalige
Schweizerische Kreditanstalt, die overging in Credit Suisse, gevestigd
in Zürich. Ramen van het hoofdkantoor van de bank in Zürich zijn nog
steeds versierd met het acroniem: SKA.
Het SWC heeft Credit Suisse officieel gevraagd om de Joodse
organisatie toegang te geven tot bankrekeningen die na het einde van
de Tweede Wereldoorlog waren bevroren. "Wij geloven dat het geld
betreft dat voortkwam uit de onteigening van Joodse slachtoffers onder
de rassenwet van Neurenberg in de jaren dertig", schreven Shimon
Samuels en Ariel Gelblung van het SWC in een brief aan de Zwitsers.
Gezien de vondst van de lijst zouden de rekeningen moeten worden
geherwaardeerd.
De nazi-aanwezigheid in Argentinië is goed gedocumenteerd en dateert
uit de pro-nazi-regimes van de Argentijnse president José Félix
Uriburu en Agustín Pedro Justo. De opvolger van Justo in 1938, Roberto
Ortiz, deelde echter zijn pro-nazi-sympathieën niet met zijn
voorganger en richtte de "Speciale commissie voor onderzoek naar anti-Argentijnse
activiteiten" op om de nazi-invloed in het land uit te roeien.
Tot dat moment was er een officieel aantal leden van de Duitse
Nationale Socialistische Partij Buitenlandse Organisatie (NSDAP?AO)
van zo rond de 1.400 in het land en meer dan 12.000 ondersteunende
leden van andere pro-nazi-groepen en organisaties, ter ondersteuning
van de Duitse Unie van Syndicaten en nog eens 8.000 personen verbonden
aan andere nazi-organisaties.
Fragmenten uit de lijst met namen, waarin nazi's
staan of in ieder geval personen die nauw verbonden zijn met het
Hitler-regime en die in de jaren dertig en veertig geld op de
rekeningen bij de bank verstopten. Bron: Simon Wiesenthal Center.
Over Argentinië gesproken: weinig mensen weten dat koningin
Máxima en koning Willem-Alexander graag naar San Carlos de Bariloche
gaan, het chique Argentijnse wintersportparadijs. U kunt op hun stekje
daar ook genieten van hun bed-and-breakfast, maar daarover zometeen
meer.
Nog minder mensen weten dat er ook een schaduwzijde aan dit "Beieren
aan de voet van de Andes" kleeft: de sfeer is er nog steeds
Tirools-Teutoons. De Duitse agitatie in Bariloche was in de jaren
dertig al behoorlijk manifest. Boven op het gebouw van de Duitse
taalschool Primo Caparo (de naam van een Italiaanse fascist die in
Bariloche was neergestreken) wapperde de hakenkruisvlag en de uit
Duitsland afkomstige docenten waren verplicht lid van de Liga van
Nationaal-Socialistische Docenten. Hitlers Mein Kampf was het
belangrijkste oefenboek. In 1938 maakte de gekozen Argentijnse
president Roberto Ortiz een einde aan deze "anti-Argentijnse
activiteiten". Het instituut werd ontbonden, om na de Tweede
Wereldoorlog, toen dictator Perón eenmaal was aangetreden, te worden
heropgericht door naar Bariloche uitgeweken nazi's.
In 1910 kocht een prins uit het Duitse vorstengeslacht Schaumburg-Zur
Lippe, een verre verwant van prins Bernhard zur Lippe-Biesterfeld, het
vijftien kilometer buiten Bariloche gelegen landgoed San Ramón aan.
Deze "estancia" telde maar liefst dertigduizend hectare en werd ter
plekke beheerd door baron Ludwig von Bülow, die hier in 1915 onderdak
bood aan Wilhelm Canaris, de latere chef van Hitlers Abwehr.
Na de Tweede Wereldoorlog was de toevloed aan Duitse emigranten
richting Argentinië helemaal niet meer te stoppen. Patagonië was
veruit de populairste reisbestemming, want wie eenmaal daar was beland,
was nauwelijks meer traceerbaar.
Dat ondervonden eerder al de Amerikaanse gangsters Robert Leroy Parker
en Harry Longabaugh, beter bekend als Butch Cassidy en The Sundance
Kid, die nadat zij in 1900 de First National Bank van Winemucca,
Nevada, hadden beroofd, een veilig heenkomen vonden in Cholila bij El
Bolsón, zon 120 kilometer ten zuiden van Bariloche. Zelfs de fanatieke
boevenjagers van het detectivebureau Pinkerton konden hen daar niet
meer vinden. Het is dat het duo door was gegaan met het overvallen van
banken (in 1909 werd een poging de recette van een mijn in Bolivia op
te strijken hun fataal) anders hadden zij hun dagen lekker rustig in
Patagonië kunnen slijten.
Joseph Mengele, de "Engel des Doods" van Auschwitz, zou volgens
speurwerk van enkele jaren hebben gewoond in de barrio alemán. In 1948
of 1949 haalde Mengele zelfs zijn rijbewijs in Bariloche, zo
verklaarde een gewezen gemeenteambtenaar aan een verslaggever. Mengele
zou nog diverse keren naar Bariloche terugkeren, waar hij een graag
geziene gast zou zijn op de estancia van de puissant rijke ondernemer
Ludwig Freude en zijn zoon Rodolfo, privé-secretaris van het echtpaar
Perón vanaf 1946.
In hotel Llao Llao, ook alweer zon typisch staaltje van
Patagonisch-Tiroolse architectuur, stelde koning Willem-Alexander zich
(volgens de officiële versie) in augustus 1999 voor aan zijn
aanstaande schoonouders. De eerste foto's die in de Argentijnse pers
verschenen van Willem-Alexander en Máxima werden ook in de bergen van
Bariloche genomen. Jorge Zorreguietta, de vader van Maxima, had in
Villa Catedral, vlakbij Bariloche, een chalet voor de vakanties, in
haar jeugdjaren bracht zij dus veel tijd door in een plaats op zeer
korte afstand van San Carlos de Bariloche waar de Oranjes graag kwamen.
Toeval? Vergeet niet dat de opa van WA en de opa van Maxima elkaar
goed kenden. Naar het schijnt runt de broer van Maxima - Martin - er
in de buurt een restaurant.
Een jaar geleden meldde de site
Hollywood Huizen dat
Máxima en Willem-Alexander in de streek in 2009 twee percelen kochten,
één aan het meer en één in een volledig verlaten streek waar zij nu
een een bed & breakfast hebben die wordt gedreven door tante Marcela,
een zus van Máxima’s moeder, met haar vriendin Claudia.
Een miljoen euro
betaalden prins Willem-Alexander en prinses Máxima voor de ranch en
vervolgens werd er flink ver- en aangebouwd. Logeren bij
Willem-Alexander & Máxima? Het kan, want het Koninklijk paar verdient
al jaren een centje bij met de bed & breakfast, maar vorig jaar bleek
dat Máxima met die bijverdienste de Argentijnse fiscus bedotte....
Politiek Den Haag wou toen opheldering van premier Rutte over de
berichten uit Argentinië, waaruit zou blijken dat koningin Máxima een
economisch delict zou hebben begaan in haar vaderland (hetgeen door de
autoriteiten werd weerlegd).
Trouwens, er waren ook meer beroemdheden die deze regio bezochten.
Op 24 maart 2016 brachten Barack Obama en zijn familie tijd door in
Bariloche, ze verbleven (toeval bestaat tòch) in het Llao Llao Hotel
en wandelden wat door de natuur in de omgeving. Michelle Obama en haar
twee dochters Sasha and Malia waren er bij, maar ook haar moeder
Marian Robinson. Zij vlogen naar Buenos Aires in het vliegtuig van de
president, The Air Force I. Met een ander (kleiner) Amerikaans toestel
vlogen ze voor één dag naar San Carlos de Bariloche.
Maar we dwalen af....
Volgens berichten in de Argentijnse media bedraagt het totale bedrag
op de Credit Suisse-rekeningen ongeveer 33 miljard euro. Noch het SWC,
noch de bank wilden op de werkelijke som commentaar geven.
Veel van de op de lijst genoemde personen lijken banden te hebben met
bedrijven die op de zwarte lijst stonden die door de Verenigde Staten
en het Verenigd Koninkrijk tijdens de Tweede Wereldoorlog was
samengesteld. Deze omvatten IG Farben, dat Zyklon-B produceerde,
waarmee Hitlers onderdanen joden vergastten in de vernietigingskampen.
De verbindingen tussen Duitsland en Argentinië waren nauw vóor en
tijdens de Hitler-dictatuur. Verschillende Argentijnse regeringen
sympathiseerden met de nationaal-socialisten in Duitsland.
Toen de fascistische officier Pedro Pablo Ramírez in 1943 aan de macht
kwam, ontbond hij de onderzoekscommissie en liet hij de lijsten
verbranden. Het exemplaar van de lijst die de onderzoeker Pedro
Filipuzzi nu in handen kreeg, was gevonden in het voormalige
nazi-hoofdkwartier in Buenos Aires.
Na 1945 was Argentinië één van de populairste toevluchtsoorden voor
Duitse oorlogsmisdadigers. Eeén van hen was Adolf Eichmann,
organisator van de uitroeiing van joden in Europa. Hij en onder andere
dr. Josef Mengele, bekend als "Doctor Death", die zieke experimenten
op gevangenen in Auschwitz uitvoerde, vluchtten naar respectievelijk
Argentinië en Brazilië. Eichmann werd in 1961 ontvoerd door
Israëlische agenten die hem meenamen naar Israël, waar hij werd
berecht, en uiteindelijk opgehangen. Mengele ontsprong de dans. Hij
stierf in 1979 toen hij verdronk tijdens het zwemmen voor de kust van
Brazilië.
Het Wiesenthal-centrum heeft niet alleen mensen zoals Eichmann over de
hele wereld vervolgd, het achterhaalt ook geld voor onteigende joden
en slachtoffers van de Holocaust. Het is niet alleen het SWC dat
bevroren activa in Zwitserland wil vrijmaken. Volgens een rapport van
de Argentijnse krant "La Nación" proberen nazaten van sommige mensen
op de lijst rekeningen vrij te krijgen met behulp van rechtsbijstand.
De bekendste naam is de Joy-familie. Ludwig Joy was enkele jaren
directeur van de Banco Alemán Transatlántico in Buenos Aires. De
dochteronderneming van Deutsche Bank en de Deutsch-Südamerikanische
Bank organiseerde de geldstroom van Duitsland naar Zuid-Amerika en
verder naar Zwitserland, zei Shimon Samuels.
In de jaren negentig heeft Bern de kwestie uitgebreid aangepakt, omdat
de internationale druk groot werd om dit te doen - en de dreiging van
internationale sancties tegen Zwitserland - en het Bern's aanhoudende
rust over dit onderwerp onhoudbaar maakte.
"Mensen vergeten het of realiseren het zich niet, maar het was echt de
grootste crisis voor Zwitserland sinds de oorlog zelf," zei Thomas
Borer, een Zwitserse diplomaat die in 1996 door Bern werd aangesteld
als hoofd van de task force om nazi-financiële activiteiten te
onderzoeken in Zwitserland. Het werk van de heer Borer leidde tot een
regeling uit 1998 waarin UBS en Credit Suisse $ 1,25 miljard betaalden
aan slachtoffers van de Holocaust en hun erfgenamen.
Het is onduidelijk of de nieuwe CEO van credit Suisse Thomas Gottstein
ook aandacht besteed aan de 80-jaar oude lijst. De woordvoerder van
Credit Suisse liet vragen over concrete stappen en de kansen dat het
centrum de claim door zou zetten, onbeantwoord.