VN-rapport over het klimaat: een intellectuele ramp

In het voorwoord van een publicatie van de Verenigde Naties, getiteld "The Cost of Disasters", wordt gesteld dat "dit werk gewicht geeft aan de rechtvaardiging voor klimaatactie". Het rapport is een ramp op zich: het bevat veel fouten.

Een paar maanden geleden publiceerde The Lancet , het "toonaangevende medische tijdschrift", een artikel over de schadelijke effecten van hydroxychloroquine, dat door alle mainstream media en politici werd overgenomen.

Het artikel was totaal nep. Het werd vrij snel als zodanig herkend en uiteindelijk door het tijdschrift zelf ingetrokken.

Op 12 oktober publiceerde de UNDRR, de organisatie van de Verenigde Naties die verantwoordelijk is voor het voorkómen van natuurrampen, een klein boekje (PDF)met de titel: The Cost of Disasters. In het voorwoord presenteert het hoofd van de UNDRR deze rampen als: zeer snel toenemend en veroorzaakt door klimaatverandering.

De manstrean media, voorzover ze erover schrijven, herhalen deze boodschap in koor.

Laten we bijvoorbeeld Le Figaro die er een uitvoerig artikel aan wijdde, citeren : "Klimaatverandering is de belangrijkste boosdoener in de verdubbeling van natuurrampen". Deze uitspraak is nep, net zoals het artikel in de Lancet. Dit is gemakkelijk aan te tonen - met name door te vertrouwen op de tekst van het boekje zelf, dat onbewust gegevens over deze strekking verschaft.

Om de evolutie van natuurrampen te analyseren, presenteert het boekje, gedurende twee perioden van 20 opeenvolgende jaren, twee soorten cijfers: het aantal "rampen" en het aantal doden dat ze veroorzaakten, zoals weergegeven in de volgende tabel.



Verder komt men met de volgende grafische voorstelling:



De goochelarij van de VN-studie bestaat erin alleen de eerste kolom hierboven te beschouwen. Hieruit blijkt dat het aantal rampen tussen de twee periodes met zo'n 75% is gestegen.

Deze manier van werken houdt een viervoudige fout in.

1) Het is gebaseerd op het concept van het aantal rampen, dat nogal onbeduidend is. Niet alle rampen zijn hetzelfde. Neem bijvoorbeeld de aardbeving in Haïti (220.000 doden) en een aardverschuiving (100 doden) en we praten over twee totaal verschillende rampen. Die te vergelijken heeft vrijwel geen zin.

2) De gehanteerde methodiek gaat ervan uit dat de jaarlijkse rampentelling in de eerste periode even goed was als in de tweede. We hebben redenen om daar aan te twijfelen. Het verzamelen van informatie over alle rampen die zich in alle landen van de wereld voordoen, is een moeilijke en kostbare operatie. Voor aardbevingen hebben we een serieuze indicator: de schaal van Richter.

Maar er is een probleem om te weten vanaf welke omvang (4, 5, 6?) een aardbeving een ramp wordt. Hebben we voor andere soorten rampen vergelijkbare indicatoren? En in hoeverre worden we in het Westen geïnformeerd over "kleine" rampen die bijvoorbeeld plaatsvinden in de wouden van Congo of in de Gobi-woestijn?

De auteurs doen alsof ze dit gegeven niet begrijpen. De 4.212 rampen van de jaren 1980-99 zijn de rampen die zich in ongeveer 90 landen hebben voorgedaan. De 7348 van de jaren 2000-19 zijn de rampen die zich in ongeveer 120 landen hebben voorgedaan. Het is niet verrassend, en niet significant, dat het eerste cijfer kleiner is dan het tweede. Op elke universiteit ter wereld zou een tweedejaars die zich schuldig maakte aan zo'n grove vooringenomenheid ernstig aan zijn oren worden getrokken.

De cijfers van het UNDRR-rapport zelf bevestigen deze fout. Enerzijds is tijdens de tweede periode (ten opzichte van de eerste periode) het aantal doden per ramp met meer dan 40% gedaald (zie tabel), wat moeilijk te verklaren is anders dan door een betere verzameling van informatie over het aantal rampen. Aan de andere kant geeft het rapport het aantal rampen voor elk van de afgelopen twintig jaar: dat is verre van dramatisch gestegen, dit aantal is gestagneerd en heeft zelfs de neiging om af te nemen. Om de geciteerde studie te laten zeggen dat het "twee keer zoveel natuurrampen in 20 jaar" laat zien (zoals enkele media schreven), moet je als journalist niet eens de moeite hebben genomen genoemde studie te bekijken.

3) Het aantal doden is een betere (of minder slechte) indicator dan het aantal rampen: meer additief en gemakkelijker te kennen. Zoals blijkt uit de bovenste rij van de eerste tabel, bleef het aantal mensen dat omkwam door natuurrampen in beide periodes nagenoeg gelijk (+ 3%). Zoals we hierboven hebben gezien, verbergt deze stagnatie een aanzienlijke afname.

Maar er is meer. Gezond verstand maakt het noodzakelijk om deze verandering te relateren aan de wijziging van de bevolking (+ 31%). Voor elke ramp zijn méér mensen gelijk aan méér doden. We zien dan dat de ernst van natuurrampen, gemeten in sterfgevallen per hoofd van de bevolking, niet is verdubbeld, maar integendeel met 20% is afgenomen van de eerste naar de tweede periode. Het is moeilijk voor te stellen dat goedbetaalde deskundigen van de Verenigde Naties dit niet begrijpen. Het is daarom bewust (het nastreven van hun eigen agenda) dat ze deze -20% omzetten in een forse plus. De oplettende lezer zal er echter niet intuinen.

4) Met betrekking tot de vermeende oorzaak van de vermeende enorme toename van natuurrampen ("Hoofdschuldige: klimaatverandering" schrijven de gevestigde media), zwijgt de "studie". Het biedt geen cijfers en geen argumenten.

Er is zelfs een tegenargument in het rapport te vinden: aardbevingen en tsunami's waren verantwoordelijk voor 58% van de totale sterfgevallen als gevolg van natuurrampen. Al in 2015 had de Franse president Hollande tijdens een reis naar de Filippijnen een signaal gegeven door uit te leggen dat de tsunami's die dit land hadden verwoest, het bewijs waren van de opwarming van de aarde. Hij liet het zelfs zeggen door twee actrices, beter bekend om hun charmes dan om hun wetenschappelijke publicaties.

Geologen in de wereld, die duidelijk weten dat aardbevingen van de aarde komen en niet van de lucht, moesten hier hartelijjk om lachen. Voor minstens 58% van de doden kan klimaatverandering absoluut geen verklarende factor zijn, laat staan ​​de hoofdschuldige.

Is er een verklarende factor voor de resterende 42% van de dodelijke slachtoffers? Zelfs dat niet. Het IPCC - dat niet bepaald een hol is van klimaatsceptici - publiceerde in 2012 een rapport over extreme weersomstandigheden. De organisatie erkent expliciet dat het, door ontwikkelingen in het verleden, een "zwak vertrouwen" heeft in de hypothese van een verergering: winden, moesson, tropische cyclonen, overstromingen, aardverschuivingen, droogte (intenser in sommige gebieden, minder intens in andere) en zware regenval (iets meer dan afname).

Dit rapport is vergelijkbaar met het bewuste artikel in de Lancet - alleen erger. Het prestigieuze Britse tijdschrift faalde jammerlijk, maar het erkende het en trok zijn artikel terug. De Verenigde Naties zullen de valse aard van hun beweringen over natuurrampen niet erkennen.

De kranten die er over schreven nog minder. De hoge VN-functionaris zegt in zijn voorwoord: "Dit werk geeft gewicht aan de rechtvaardiging voor actie op het gebied van het klimaat".
Het maakt hem niet uit of het nep is. Zoals Orwell in 1984 zo ongeveer zei is liegen voor een goed doel de waarheid vertellen.



[19 november 2020]


 
Afdrukken Doorsturen