Een rapport in opdracht van de Noorse regering is in tegenspraak met de recente bewering van de Britse premier Boris Johnson in het parlement dat de kosten van offshore windenergie in tien jaar tijd met 70% zijn gedaald. Het bevestigt dat de nieuwste offshore windparken van het Verenigd Koninkrijk dure operaties blijven.
De academici die het rapport hebben opgesteld, hebben inderdaad gezegd
dat de komende windparken van de Doggersbank onrendabel en in wezen
waardeloos zullen zijn, met een waarde van ongeveer £ 1 miljard.
De Doggersbank is 's werelds grootste offshore windproject in aanbouw.
Equinor beschouwt het Doggersbank-project in de Britse Noordzee als
een aanwinst van wereldklasse, eentje die profiteert van sterke
windomstandigheden, innovaties en ongekende schaal: het zal 3,6
gigawatt aan geïnstalleerd vermogen hebben wanneer het voltooid is.
Eén van de auteurs van het onderzoek vertelde dat het rendement van
het enorme project niet hoger is dan de rendementseis van Equinor, dus
de onderzoekers beschouwen het project als onrendabel. "Naar onze
schatting is de Doggersbank onrendabel", zegt professor Petter
Osmundsen van de Universiteit van Stavanger. "Het project moet
concurreren met alternatieve investeringsmogelijkheden." Osmunden
sprak zijn vertrouwen uit in de conclusies van het onderzoek, maar
erkende dat de onderzoekers bij het opstellen ervan hadden vertrouwd
op een aantal aannames, openbare informatie en industrienormen.
Equinor zou er beter aan doen zich te concentreren op andere soorten
projecten voor schone energie met hogere toetredingsdrempels die meer
in overeenstemming zijn met de competentie van het bedrijf, zei hij.
Equinor is verantwoordelijk voor de operaties voor het Britse
Noordzeeproject, terwijl de in Schotland gevestigde partner SSE de
bouw van het project leidt en Eni een industriële partner is voor alle
drie de fasen van het windpark. Equinor en SSE hebben elk een belang
van 40% in het project, terwijl Eni 20% heeft.
Opmerkelijk is dat de bevindingen van de samenstellers van het rapport
niet zijn betwist door de ontwikkelaars, maar Equinir benadrukte dat
het had geprofiteerd van de verkoop van belangen in het project.
Daarbij wordt gerefereerd naar de aankoop van een belang door het
Italiaanse energiebedrijf Eni, als partner van de Doggersbank. "Equinor
ging in een vroegtijdig stadium de Doggersbank binnen en dat toont de
waarde aan van toegang tot vroege en rijpende activa vóórdat de klad
erin komt", merkte een bron binnen het bedrijf op.
Het nieuwe onderzoek roept uitdagende vragen op over de
energietransitiestrategie van de door de Noorse staat gecontroleerde
olie- en gasgigant. De studie werd deze maand ingediend bij het Noorse
Ministerie van Petroleum & Energie, dat het financierde als onderdeel
van een breder onderzoek naar potentiële mogelijkheden voor
energietransitie voor het land. De bevindingen zijn echter slechts het
zichtbare topje van een zeer grote ijsberg van onrendabele offshore
windprojecten die pensioenfondsen dreigen te treffen die hebben
geïnvesteerd in soortgelijke regelingen voor hernieuwbare energie.
Het rapport bevestigt een reeks bevindingen uit diverse bronnen, die
aantonen dat de kosten van offshore windenergie erg hoog zijn, in het
beste geval slechts langzaam dalen en ver boven de overeengekomen
uitoefenprijzen van de veilingen liggen. Sinds 2017 heeft er geen
revolutie in de kosten van offshore windparken plaatsgevonden. Elke
keer dat er nieuwe financiële gegevens beschikbaar komen van offshore
windparken gaan de kostenramingen omhoog. Zo zijn eerdere schattingen
voor het Seagreen 1-windpark met bijna 20% gestegen, en die voor de
Doggersbank met een vergelijkbaar percentage.
De Net Zero-plannen van de Britse regering zijn gebaseerd op
een vijfvoudige toename van de windparken, voornamelijk door offshore-ontwikkelingen
en een buitengewone daling van de kosten van de geproduceerde stroom.
Volgens de laatste bevindingen zullen de kosten voor het opleveren van
Net Zero met honderden miljarden ponden stijgen, en het loopt
waarschijnlijk in de biljoenen (!).
Het Britse parlementslid Craig Mackinlay, voorzitter van de
parlementaire Net Zero Scrutiny Group, verklaarde: “Het wordt steeds
duidelijker dat ons streven naar hernieuwbare energiebronnen, met name
wind, faalt op de twee belangrijkste criteria van energiezekerheid en
betaalbaarheid. Een vermijdbare energiecrisis nadert, maar helaas moet
onze regering die nog herkennen.”
Er was al aangetoond dat het Net Zero-plan van het Climate Change
Committee gebruik heeft gemaakt van zeer optimistische
veronderstellingen over de kosten van hernieuwbare energie. Het Noorse
rapport is een nieuwe nagel aan de doodskist van zijn
geloofwaardigheid. Het Climate Change Committee wordt voorgezeten door
Lord Deben, die aftrad als voorzitter van Forewind, het consortium dat
het windmolenpark van de Doggersbank van £ 9 miljard ontwikkelde, toen
hij de rol van CCC-voorzitter op zich nam. Hij werd bij Forewind
vervangen door Charles Hendry, die eerder minister was geweest bij het
toenmalige ministerie van Energie en Klimaatverandering (DECC).
De snelgroeiende offshore windindustrie verwacht dat de bouwkosten van
projecten zullen dalen naarmate de schaalgrootte toeneemt, wat een
robuust investeringsrendement zou opleveren. Volgens de studie zijn de
kosten inderdaad gedaald voor de Doggers Bank en andere offshore
windprojecten, maar niet in hetzelfde tempo als de uitoefenprijzen
zijn gedaald op de Britse offshore windveilingen.
Uitoefenprijzen zijn een door de overheid gegarandeerde prijs voor
elektriciteit die uit het project wordt opgewekt en die wordt
toegekend aan de laagste bieder. Uitoefenprijzen beschermen de
ontwikkelaar tegen te veel dalende prijzen en beschermen consumenten
tegen te hoge prijzen. Equinor's grotere windturbines, lage prijzen
voor grondstoffen en beperkte concurrentie hielpen het bedrijf solide
winst te behalen uit zijn grotere vroege offshore windprojecten.
Dat klimaat is sindsdien veranderd, aangezien 's werelds grootste
speler in het segment, Orsted uit Denemarken, heeft gewaarschuwd voor
blokkades in de toeleveringsketen en hogere grondstofprijzen. De
toegenomen concurrentie voor nieuwe licenties heeft ook de
uitoefenprijzen op veilingen aanzienlijk verlaagd.
Equinor benadrukt al lange tijd dat offshore wind een heel ander
risicoprofiel heeft dan olie en gas, met stabielere inkomsten. Met een
vaste prijs voor de geproduceerde stroom is er echter ook weinig
opwaarts potentieel en de laatste tijd leken de kosten te stijgen voor
sommige andere windenergiebedrijven - en niet te dalen.
De Deense windinstallatiegigant Orsted waarschuwde bijvoorbeeld in een
winstverklaring over het derde kwartaal voor moeilijke omstandigheden,
niet alleen vanwege zwakkere wind dan normaal, maar ook door problemen
in de toeleveringsketen en vertragingen in de productie. Instabiliteit
van de toeleveringsketen en stijgende energieprijzen — evenals
versnelde kosteninflatie voor grondstoffen, transport en
turbinecomponenten — hadden ook een negatieve impact op de
winstgevendheid van de toonaangevende turbinefabrikant Vestas.
Maar hoe zit het met andere projecten?
Het Moray East-project heeft veel publiciteit gekregen in de afgelopen
maanden toen Moray Offshore Windfarm (East) Ltd meedeelde haar deal
financieel rond te hebben alsmede de gunning van meerdere contracten
voor de bouw en de oprichting van funderingen voor het beheer van de
bouw en, later, de exploitatie. Maar er is bijna geen aandacht besteed
aan de vraag of het contract duurzaam is en wat gebeurt er als dat
niet het geval is. Het lijkt erop dat ambtenaren en politici de ietwat
naïeve veronderstelling maken dat, omdat er een project wordt gebouwd,
de ontwikkelaars van plan zijn om het te gebruiken volgens de vermelde
voorwaarden.
In feite is dit een pokerspel met zeer hoge inzetten. Zoals bij elk
pokerspel, is de eerste vraag die een deelnemer of toeschouwer moet
stellen: wie is de sukkel? Wie betaalt het meest voor de winsten van
de succesvolle gokkers?
Voor Moray East is de reeks mogelijke uitkomsten nogal heftig. Ofwel,
een consortium bestaande uit grote overzeese energiebedrijven en
financiële instellingen is opzettelijk van plan om geld te verliezen,
ofwel Britse elektriciteitsklanten zullen zelf veel hogere prijzen
moeten betalen, zodat kredietverstrekkers hun leningen kunnen
terugkrijgen en de ontwikkelaars een soort van rendement op hun eigen
vermogen kunnen verdienen.
Er staat ongetwijfeld nog meer op het spel.
De Britse regering wordt door lobbyisten onder druk gezet om een
koolstofarm beleid voeren, gerechtvaardigd door te verwijzen naar
veilingprijzen die duidelijk onhoudbaar zijn onder de gepresenteerde
voorwaarden, maar die in werkelijkheid een eenrichtingsoptie zijn op
hogere marktprijzen in de toekomst. Met andere woorden, lage prijzen
zijn een manier om positieve public relations te creëren, en worden
aangeboden in de verwachting dat ontwikkelaars zonder kleerscheuren
uit de contracten kunnen komen, omdat de overheid zich inzet voor de
toekomst van wind op zee en daarom de industrie met een hoge co2-prijs
moet redden om geen gezichtsverlies te lijden.
De slechte berichten weerhouden projectontwikkelaars en
turbinefabrikanten er niet van om optimistische en uiteindelijk
verkeerde veronderstellingen over prestaties te maken. Berucht is dat
Siemens vermoedelijk veel geld heeft verloren aan prestatiegaranties
voor offshore-turbines uit de Engelse kust waarvan de prestaties
ernstig werden aangetast door erosie. Dus één potentiële sukkel is de
turbineleverancier MHI Vestas - of beter gezegd, hun aandeelhouders -
als ze uitgebreide prestatiegaranties hebben gegeven. De onmiddellijke
conclusie lijkt te zijn dat de belangrijkste investeerders in het
project – EDP, een consortium onder leiding van Mitsubishi en Engie –
waarschijnlijk de verliezers zijn. Dit is misschien een klassiek geval
van de "Winner's Curse", de vloek van de winnaar, waarbij een
investeerder te hoog biedt voor het recht om een project of
hulpbronnen te mogen ontwikkelen – een patroon dat verre van
ongebruikelijk is in de energiesector.
[Alle links, bronnen,
documenten en meer informatie uitsluitend voor abonnee's]
[22 november 2021]
Afdrukken
Doorsturen