EC dendert met zevenmijlslaarzen door Oekraïens politieke landschap

Om politieke redenen wil de Europese Commissie de start van toetredingsonderhandelingen met Oekraïne aanbevelen – ondanks veel open vragen.

Vandaag heeft de Europese Commissie een langverwacht rapport gepubliceerd over de voortgang van de landen die zich hebben aangemeld voor toetreding tot de EU. De meeste aandacht gaat uit naar Oekraïne, waarbij de Europese Commissie heeft geconcludeerd dat het door oorlog verscheurde land aan vier van de zeven criteria heeft voldaan om verder te kunnen gaan met de toetredingsonderhandelingen. Het rapport zal een besluit vormen over de vraag of er vooruitgang moet worden geboekt, dat door alle  premiers en presidenten van de EU moet worden aanvaard tijdens een top in Brussel op 14 december. Maar het rapport heeft ook iets bevat dat nog controversiëler is: een aanbeveling om Georgië de status van kandidaat-lidstaat te geven.

Oekraïne heeft “al ruim 90 procent van de weg afgelegd”, zei voorzitter Ursula von der Leyen van de Europese Commissie na een bezoek aan Kiev afgelopen weekend. Ook Moldavië kan op groen licht rekenen, zeggen EU-ambtenaren in Brussel. De zogenaamde voortgangsrapporten zouden positief zijn. De Europese Commissie moet echter nog steeds aan de rechtvaardiging werken. Er bestaat geen twijfel dat de aanbeveling politiek gemotiveerd is. Op een speciale top in Moldavië en op een speciaal bijeengeroepen bijeenkomst van ministers van Buitenlandse Zaken in Kiev werd het geopolitieke belang van toetreding benadrukt: de EU wil Rusland een halt toeroepen - althans die waandenkbeelden zijn er nog in Brussel.

EU-raadspresident Charles Michel heeft al een datum genoemd: Oekraïne en Moldavië moeten uiterlijk in 2030 lid worden van de Europese club. Kennelijk is in Brussel een laag intelligentiecoëfficiënt geen belemmering om allerlei onzin uit te kramen. Volgens de zogenaamde Kopenhagen-criteria, die de EU in 1993 heeft aangekondigd, moeten aanvragers niet alleen blijk geven van institutionele stabiliteit als garantie voor de democratie, de rechtsstaat en de mensenrechten, maar ook economisch op eigen benen kunnen staan. Vanwege de door de Amerikanen gefinancierde oorlog tegen Rusland zal Oekraïne tientallen jaren lang aan het geld-infuus van het Westen liggen, dus dat laatste kan Kiev wel vergeten. Zo heeft Von der Leyen bijvoorbeeld maar liefst 50 miljard geëist voor geldelijke steun om het land financieel overeind te houden.

Ook de democratie en de rechtsstaat laten veel te wensen over, zoals zelfs Brussel toegeeft. De Europese Commissie heeft daarom zeven speciale criteria voor Oekraïne ontwikkeld aan de hand waarvan de vooruitgang kan worden gemeten. In juni waren er echter slechts twee van deze doelstellingen vervuld, zoals de ommissaris voor Uitbreiding Oliver Varhelyi eerder toegaf. Dan blijven er nog vijf criteria over. Kan Oekraïne daar wel aan voldoen? Naast de doelstellingen die al zijn afgevinkt (onbegrijpelijk: vrijheid van de media en rechterlijke hervormingen - terwijl journalisten zijn ontslagen en kranten en tv-zenders de nek zijn omgedraaid), ligt de nadruk vooral op het bestrijden van corruptie (o.a. van de huidige regering), het temmen van de oligarchen (als Zelensky) en het beschermen van minderheden (de in het verdomhoekje geplaatste Russisch-taligen). Overigens is Zelensky momenteel van mening dat verkiezingen “niet gepast” zijn en redeneert hij  onder meer dat de Oekraïners hun middelen moeten concentreren op de oorlog en “onze overwinning”. Toen hem werd gevraagd naar zijn voornemens om zich kandidaat te stellen voor een mogelijke herverkiezing, zei Zelensky begin oktober tegen het Roemeense portaal “digi24”: “Als de oorlog voortduurt: ja. Als de oorlog voorbij is: nee.”

Zelensky is sinds mei 2019 aan de macht. Vanwege de staat van beleg waren de reguliere parlementsverkiezingen die gepland waren voor oktober al afgelast. Zonder de oorlog zouden er in maart volgend jaar presidentsverkiezingen plaatsvinden.Het zal interessant zijn om te zien wat de Europese Commissie zegt over het feit dat de “democratie opgeschort wordt vanwege de oorlog” in Oekraïne! Normaal gesproken zijn verkiezingen een essentiële voorwaarde voor toetreding tot de EU.

In Brussel wordt helemaal niet gedacht over hoe de VS denken over de geopolitieke gevolgen van de oorlog in Oekraïne: veel denktanks adviseren de VS om zich te concentreren op de strijd tegen China, het domineren van de Stille Oceaan en om de herstructurering van Oekraïne aan “Europa” over te laten. Het feit dat de EU op de lange termijn verzwakt zou worden door de integratie van Oekraïne en daarom niet langer relevant zou zijn als concurrent van de VS, zal waarschijnlijk worden aanvaard. Eén aspect van deze verzwakking kan een erosie van de steun voor de EU zijn in de landen die tot nu toe vooral hebben geprofiteerd van EU-betalingen.

Een voorbeeld kan momenteel worden waargenomen op lokaal niveau in Polen. Al enkele dagen protesteren Poolse vrachtwagenchauffeurs met blokkades bij drie grensovergangen met Oekraïne tegen het feit dat Oekraïense rederijen door goedkope concurrentie hun vrachtverkeer naar Oekraïne grotendeels hebben weggenomen. De Oekraïense bedrijven proberen dezelfde concurrentiemethode te kopiëren waarmee Poolse bedrijven sinds 2004 een kwart van de gehele Europese wegvervoermarkt hebben veroverd. Tegen welke prijs werd bekend gemaakt door de protesten van Oost-Europese onderaannemers van Poolse expediteurs in Zuid-Hessen in de lente en zomer.


Een stukje geschiedenis

De aanvragen van Oekraïne, Moldavië en Georgië werden kort na het begin van de oorlog in Oekraïne vorig jaar samen beoordeeld, maar de nationale leiders van de EU kenden alleen de eerste twee de status van kandidaat toe, na een rapport van de Europese Commissie waarin werd geconcludeerd dat Georgië er niet klaar voor was. Er waren destijds verschillende theorieën over waarom Georgië, dat nooit eerder serieus deel had uitgemaakt van het toetredingsgesprek, erbij was betrokken. Sommigen vermoedden dat de Europese Commissie het daarin had gegooid (in plaats van het later afzonderlijk te beoordelen) om de kritiek af te weren dat het Oekraïne een gemakkelijk toetredingstraject bezorgde. Er waren berichten dat ambtenaren van de Europese Commissie formulieren hadden ingevuld die Oekraïne geacht werd in te vullen. Door Georgië af te wijzen zou de Europese Commissie kunnen beargumenteren dat zij de uitbreidingscriteria nog steeds rigoureus handhaafde. Dit is de reden waarom nationale functionarissen eergisteravond naar verluidt verbijsterd waren toen de Europese Commissie onthulde dat haar rapport nu de status van kandidaat-lidstaat voor het land zou aanbevelen. Voor velen voelt het als een déja vu: opnieuw een geval van het laten bungelen van een wortel voor een land dat geen echte vooruitzichten heeft om lid te worden van de unie, om het in het westerse kamp te houden, zoals gebeurde met Turkije.


De Balkan en de Kaukasus zijn niet hetzelfde

Op het eerste gezicht lijkt het erop dat Moldavië en Georgië zich in een soortgelijke situatie bevinden. Beide zijn, net als Oekraïne, voormalige Sovjetstaten. Beide zijn landen met een christelijke meerderheid. Beide hebben pro-Russische facties waarbinnen volgens de pro-westerse leiders alleen bestreden kan worden met toetredingssignalen van de EU. Maar als je denkt dat de argumenten voor de toetreding van deze twee landen vergelijkbaar zijn, negeer je geografie, politiek en geschiedenis volledig.

Logischerwijs zou Moldavië deel moeten uitmaken van Roemenië, dat al sinds 2006 een EU-lidstaat is. De bevolking spreekt Roemeens (hoewel de Sovjets probeerden een taal uit te vinden die “Moldavisch” heette, wat ongedaan werd gemaakt toen het land in 1991 onafhankelijk werd... en de grondwet specificeert dat de nationale taal Roemeens is). Zijn bestaan als onafhankelijke staat is een kater van het Russische imperialisme. Het maakte deel uit van het Vorstendom Moldavië dat, samen met het Vorstendom Walachije, één van de twee Roemeenssprekende semi-autonome regio's van het Ottomaanse Rijk was. In 1812 wonnen de Russen een oorlog tegen de Ottomanen en kregen ze de noordoostelijke helft van het Prinsdom Moldavië, dat ze omdoopten tot Bessarabië wat opging in het Russische rijk.

Later, toen het Ottomaanse Rijk aan het afbrokkelen was, sloot het resterende Vorstendom Moldavië zich aan bij het Vorstendom Walachije om in 1859 de onafhankelijkheid uit te roepen en Roemenië te vormen. Toen, aan het einde van de Eerste Wereldoorlog, toen het Russische en Oostenrijks-Hongaarse rijk instortten, kwam Roemenië aan de macht.en slaagde erin het Roemeenssprekende Bessarabië en het gedeeltelijk Roemeenssprekende Transsylvanië te annexeren. Walachije, Moldavië en Transsylvanië vormden samen de drie pijlers van de moderne Roemeense staat. Maar Roemenië maakte de fout een bondgenootschap te sluiten met de nazi's in de Tweede Wereldoorlog, en na de oorlog nam de Sovjet-Unie Bessarabië terug en maakte er een Sovjetrepubliek van genaamd Moldavië, waarmee de grenzen van vóór 1918 werden hersteld. Destijds werd de naam van de regio die in Roemenië achterbleef in het Engels omgedoopt tot “Moldavië” om verwarring te voorkomen, maar de Roemenen noemen beide nog steeds “Moldavië” (net als bijvoorbeeld het land Luxemburg maar ook de provincie Luxemburg in België - dite is het gebied dat in 1930 van de eerstgenoemde aan de laatstgenoemde afgestaan).

Sinds de ineenstorting van de Sovjet-Unie is de vraag of de twee landen zich zouden moeten herenigen een groot debat geweest, vooral nadat Roemenië tot de EU was toegetreden. De vraag in Brussel was wanneer en hoe Moldavië tot de unie zal toetreden, niet of dat wel het geval moet zijn. Moeten er gesprekken beginnen over het toelaten van Moldavië als eigen lidstaat, of moet de EU wachten tot de kwestie zichzelf oplost door Moldavië toe te laten treden tot een bestaande lidstaat?
Met de invasie van Oekraïne leek het duidelijk dat er geen tijd meer was om de kwestie van de hereniging te beantwoorden, en dat Moldavië zich als eigen staat zou aansluiten en in een situatie terecht zou komen die niet veel verschilt van die van Oostenrijk. Om een lang verhaal kort te maken: de kwestie van de toetreding van Moldavië wordt gezien als het einde van een proces, de logische uitbreiding (althans in de ogen van de Europese Commissie die blindelings het beleid van de Amerikanen volgt om op de stoep te staan bij Poetin) van de EU naar alle Roemeenssprekende landen, hetzij door éénwording, hetzij door toetreding. Net als de landen van de Westelijke Balkan wordt toetreding tot de EU gezien als de uiteindelijke bestemming van Moldavië.

Daarentegen had niemand buiten Washington en Tbilisi het over de toetreding van Georgië vóór de Russische invasie van Oekraïne. Terwijl Moldavië wordt gezien als het einde van een proces van toetreding tot de Balkan, wordt Georgië gezien als het begin van een proces van toetreding tot de Kaukasus - en dat is een onstabiele regio die maar weinigen in de EU graag willen aangaan. Georgië is geen toevalligheid in de geschiedenis die ten onrechte door de Sovjet-Unie is gecreëerd. Georgiërs zijn één van de oudste naties van Eurazië en één van de eersten die het christendom adopteerden en een koninkrijk vormden in het jaar 1008 (300 jaar voordat Rusland, als het Prinsdom Muscovy, werd gesticht). Ze hebben hun eigen taal, hun eigen alfabet en hun eigen kerk. Maar hun geschiedenis is grotendeels verbonden met Azië (dat op verschillende momenten deel uitmaakte van de Arabische kalifaten, Perzië en Mongolië) en niet met wat algemeen als Europa wordt beschouwd. Dat Rusland Georgië binnenviel en het in 1801 opnam in het Russische Rijk, was het begin van zijn losse associatie met Europa. Hetzelfde kan gezegd worden over de andere twee voormalige Sovjetrepublieken in de Kaukasus, Armenië en Azerbeidzjan.

Als Georgië bij de EU hoort, dan geldt dat volgens dezelfde logica ook voor het christelijke Armenië en het (seculiere) islamitische Azerbeidzjan. Dat geldt trouwens ook voor toekomstige Kaukasische afgescheiden republieken die nu deel uitmaken van Rusland, zoals het islamitische Tsjetsjenië en Dagestan. Maar Azerbeidzjan heeft een vergelijkbare geschiedenis als Moldavië. De meeste Azeri's wonen in Iran, het moderne land Azerbeidzjan is eenvoudigweg het deel van Groot-Azerbeidzjan dat het Russische rijk toevallig op Perzië veroverde. Armenië is het deel van Groot-Armenië dat het Russische Rijk toevallig veroverde op het Ottomaanse Rijk (de meeste etnische Armeniërs bevonden zich in het laatste, maar de overlevenden vluchtten naar Russisch Armenië nadat ze etnisch waren gezuiverd door de Turken tijdens de Armeense genocide).

De Balkan maakt ontegensprekelijk deel uit van het continent Europa. Maar als het om Turkije en de Kaukasus gaat, is het geografisch, historisch en cultureel twijfelachtig. Europa is een door de mens gemaakt concept (geologisch gezien is het slechts een deel van het Euraziatische continent) en dus zijn de grenzen niet duidelijk. In het zuiden en oosten wordt algemeen aangenomen dat dit de Middellandse Zee, de Turkse Straat, de Zwarte Zee, de westelijke rand van het Oeralgebergte en de noordelijke rand van het Kaukasusgebergte zijn. Georgië valt buiten deze traditionele definitie. Maar net als Turkije, dat een klein gedeelte aan de Europese kant van de rechte stukken heeft, is het een grijs gebied.

Door Georgië aan te wijzen als kandidaat-lidstaat van de EU lijkt de Europese Commissie dan ook een antwoord te geven op de stelling: de Kaukasus is Europa. Maar ze denken daar in Brussel weer eens niet volledig na over de implicaties van die benaming. Zien EU-burgers Georgiërs, Armeniërs, Azerbeidzjanen, Tsjetsjenen en Dagestani's werkelijk als onderdeel van Europa? En zelfs als ze dat doen, denken ze dan dat het logisch is dat ze een confederale unie met hen moeten vormen?


Toetreding als instrument om het federalisme en de Europese autonomie af te schaffen

We kunnen gerust stellen dat het EU-toetredingsproces wordt misbruikt als een geopolitiek instrument om landen aan de kant van het Westen te houden, op aandringen van met name Washington en Londen. Dat is wat er gebeurde met Turkije, waarvan de meeste mensen vandaag de dag accepteren dat het nooit deel zal uitmaken van de EU. Laten we hopen dat dat in ieder geval gebeurt met Oekraïne en Georgië.

Amerikanen en Britten begrijpen dit scepticisme over toetreding tot de EU niet omdat ze hun eigen rol niet kennen bij het onder druk zetten om dit tot nu toe te laten gebeuren. Bij velen in West-continentaal Europa bestaat er een aanhoudende wrok over de manier waarop het toetredingsproces is misbruikt als een geopolitiek instrument om landen ‘aan de kant’ te houden van de door Amerika geleide westerse orde, in plaats van als een strategie voor het opbouwen van een werkbare confederatie van landen die kan overleven als politieke unie. Berlijn en Parijs waren aanvankelijk sceptisch over de oostelijke expansie van 2004, terwijl Londen daar op aandrong. Frankrijk en Duitsland waren er aanvankelijk ook tegen om Turkije kandidaat te stellen na diens verzoek in 1987, maar zij gaven in 1999 toe onder aanzienlijke druk van degenen die het aanbieden van de kandidaat-status aan Turkije zagen als een manier om Ankara op één lijn te houden met het Westen. Het kan niet genoeg worden benadrukt hoeveel de fouten die met Turkije zijn gemaakt een schaduw hebben geworpen over de huidige kwestie van de toetreding van Oekraïne, en dit is een link die maar weinigen in het Verenigd Koninkrijk en Amerika (hebben) kunnen begrijpen.

De zorgen over Oekraïne kunnen in twee categorieën worden verdeeld; de korte termijn en de lange termijn. De zorgen op de korte termijn komen overeen met de zorgen die voormalig Europese Commissie-voorzitter Jean-Claude Juncker noemde voorafgaand aan de top van Granada: de veranderingen op het gebied van de rechtsstaat, de economie en de bestrijding van corruptie zullen vele jaren van werk vergen en elke overhaaste toetreding in de komende zeven jaar zou de economie destabiliseren. zowel die van de EU als Oekraïne (afgezien van de belachelijke suggestie van sommigen dat Oekraïne nu meteen deel zou moeten uitmaken van de EU, terwijl het land nog steeds in oorlog is).

Dit zijn - in de ogen van Brussel - echter oplosbare problemen waardoor Oekraïne na 2030 op een realistische termijn tot de unie zou kunnen toetreden. Maar er zijn ook problemen die meer permanent zijn. Eén daarvan is demografie en geografie. Net als Turkije zou de EU de grote bevolking en het uitgestrekte grondgebied van Oekraïne moeilijk kunnen absorberen, net zoals de VS wordt gevraagd Mexico als de 51e staat op te nemen. Het andere probleem is afstand. Net als Turkije ligt het land erg ver verwijderd van de kern van de EU en heeft het problematische buurlanden met actieve conflicten. Als de EU slechts een vrijhandelszone zou zijn, zouden deze factoren geen probleem zijn (net zoals het geen probleem zou zijn voor de VS en Mexico om samen in de NAFTA te zitten). Maar de EU is niet zomaar een vrijhandelszone, en zo’n enorme plotselinge verandering in de unie zou de EU als politieke eenheid onwerkbaar kunnen maken. Het zijn dezelfde problemen die zich ook bij Turkije voordeden. Bovendien zou toetreding van Oekraïne voor flink wat lidstaten die netto-ontvanger zijn ertoe leiden dat ze netto-betaler worden omdat Oekraïne al het geld dat Brussel jarenlang had overgehouden, zou opslokken.

Voor velen in Brussel, Berlijn, Parijs, Rome en Madrid lijkt de druk om Oekraïne om geopolitieke redenen snel toe te laten, iets te veel op wat er met Turkije is gebeurd. De zorgen over de toetreding van Oekraïne tot de EU gaan veel minder over Oekraïne zelf, en meer over hoe de EU eruit zou zien als het lidmaatschap van Oekraïne zou slagen. EU-federalisten zijn geneigd te geloven dat de EU het zich kan veroorloven om lidmaatschap te verlenen aan de overige landen op de Westelijke Balkan, omdat deze klein en dichtbij zijn. Maar de droom van een ‘steeds nauwere unie’ zou in gevaar komen als een land zo groot als Turkije of Oekraïne tot het blok zou worden toegelaten, omdat een dergelijke buitenmaatse unie moeilijker als federatie zou kunnen functioneren. De verschuiving van het machtsevenwicht naar het oosten zou de EU ook kunnen doen kantelen in een richting die meer aansluit bij de Poolse verlangens: een economische unie zonder een gemeenschappelijk raamwerk voor het buitenlands- en veiligheidsbeleid, en een unie die zich niet bemoeit met het toezicht op de rule of law onder haar lidstaten.

Twintig jaar nadat de toetredingsgesprekken met Turkije zijn begonnen, is het duidelijk dat het land nooit tot de EU zal behoren. Welke kleine mogelijkheid er nog bestond, het verdween met de verkiezingsuitslag van het land in mei. De EU heeft hoofdpijn en is gedwongen een lastige waarheid te omzeilen: ze kan een sluimerend toetredingsproces niet beëindigen voor een land dat vrijwel zeker nooit tot de EU zal worden toegelaten, uit angst voor de geopolitieke gevolgen daarvan. De zorg is dat, als de relatie van Oekraïne met de EU nu niet eerlijk en realistisch wordt besproken, de EU over twintig jaar met een andere Turkse situatie te maken kan krijgen. Maar dat zal Von der Leyen met haar naïeve, kinderlijke blik op de politiek een zorg zijn.


Waar eindigt de EU?

Degenen die de terughoudende houding tegenover de toetreding van Oekraïne uit de West-Europese hoofdsteden gelijkstellen als een algemeen bezwaar tegen elke toetreding, zien door de bomen het bos niet meer. Ja, de toetreding tot de Westelijke Balkan verliep de afgelopen vijf jaar traag, te midden van de ontevredenheid in het Westen over de ontwikkelingen in het oosten van de EU sinds de toetredingen van vier landen (autoritarisme in Polen en Hongarije, aanhoudende corruptie in Roemenië en Bulgarije). Maar niemand in Brussel, Parijs of Berlijn heeft betoogd dat de Westelijke Balkan nooit deel mag uitmaken van de EU. Als dat het geval zou zijn, zou er een ongemakkelijk en onhoudbaar gat in de unie ontstaan, waarbij sommige voormalige Joegoslavische landen erin zouden zitten en andere erbuiten zouden blijven, ook al willen ze er wel bij zijn.

Veel politici in de EU zijn het erover eens dat Montenegro bijvoorbeeld op weg is om de volgende EU-lidstaat te worden. De ambassadeur van het land bij de EU zegt vol vertrouwen dat Montenegro uiterlijk in 2028 de 28e lidstaat zal worden, en er is geen reden om aan te nemen dat hij ongelijk heeft. Voor andere, meer gecompliceerde landen Servië, Bosnië, Noord-Macedonië, Kosovo en Albanië zal het langer duren. Maar het zal uiteindelijk gebeuren, zolang ze het willen. Er is geen reden om te denken dat Brussel vindt dat de EU het niet aankan om deze kleine landen, die al diep geïntegreerd zijn met de huidige EU-lidstaten, op te nemen.

Maar als het om Oekraïne gaat, is dat een ander verhaal. Het zou het grondgebied en de bevolking van de EU enorm vergroten. En het zou veel vragen oproepen. Waar eindigt het? Hoeveel is te veel? Wat is het eindspel van de Europese Unie? Hoe weten we wanneer het geografisch compleet is? Deze vragen zijn veel ingewikkelder voor de EU dan voor de NAVO, die slechts een militaire paraplu is. Bij de kwestie van het EU-lidmaatschap moet ook rekening worden gehouden met de fundamentele vraag of een confederale unie van deze omvang nog zou kunnen functioneren als een politieke en economische entiteit.

In de haast om solidariteit te tonen met Oekraïne is dit een onderwerp waar weinigen buiten Parijs over willen praten. De nieuw gevormde en veel bespotte Europese Politieke Gemeenschap, het geesteskind van de Franse president Emmanuel Macron, zou een instrument kunnen zijn om de geopolitieke aspiraties van het bredere Westen te bevredigen zonder de duurzaamheid en samenhang van de Europese confederatie te schaden. Dat kan wel of niet nodig zijn. Het kan zijn dat europeanen met vertrouwen de uitbreiding van de unie naar Oekraïne kunnen omarmen, als ze uitleg kunnen krijgen over hoe zo’n geografisch enorme unie in de toekomst zal werken en waar de grenzen uiteindelijk zullen eindigen. Maar op dit moment geeft niemand hen die antwoorden. Kun je het hen kwalijk nemen dat ze sceptisch zijn?

De Duitse führerin van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, heeft bij lange na niet de visie en de politieke moed getoond om deze kwesties over de toekomst van de Unie op de lange termijn op realistische wijze onder ogen te zien. Haar commissie wordt geplaagd door kortetermijndenken. Dat zal pijnlijk duidelijk worden als de Europese Commissie, zoals is gemeld, de status van kandidaat-lidstaat voor Georgië aanbeveelt en de Turkse deur op een veelbelovende kier zet voor Oekraïne.

De EU werd in een impasse geleid door de Amerikaanse opperbevelhebber van de NAVO-strategie! Het resulteerde in een proxy-oorlog in Oekraïne, die werd gevolgd door zelfbeschadigende EU-sancties, en alsof dat nog niet genoeg was, werden ook de Nord Stream-pijpleidingen opgeblazen waardoor de "bondgenoten" van de VS door diezelfde VS kaal geplukt worden. De economische prestaties zijn aan het instorten, de toekomstige EU-financiering op het huidige niveau is niet langer gegarandeerd vooral als de wederopbouw van Oekraïne daarbij wordt opgeteld. De EU-leiding wil op politiek bevel van Washington een stapje verder gaan, maar dat zullen 'lame ducks' blijken te zijn als er in de toekomst niet meer genoeg geld beschikbaar is.

Sinds het begin van de oorlog heeft Ursula von der Leyen verdacht vaak en op een opmerkelijk positieve manier gesproken over de mogelijke toetreding van Oekraïne tot de EU. Sterker nog: als het aan haar ligt kan dit proces niet snel genoeg gebeuren.









[Alle links, bronnen, documenten en meer informatie uitsluitend voor abonnee's]



[8 november 2023]

 

Afdrukken Doorsturen